Rapport

Biofuels under development

De Nederlandse overheid is van plan om vanaf 2006 de toepassing van biobrandstoffen in de sector verkeer te stimuleren, als antwoord op EU richtlijn 2003/30/EC. Een aantal van deze brandstoffen, bijvoorbeeld biodiesel of bio-ethanol, zijn al in verschillende landen verkrijgbaar. Er zijn echter ook een aantal veelbelovende biobrandstoffen nog in ontwikkeling.

In opdracht van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) heeft CE een studie uitgevoerd naar deze potentiële, toekomstige biobrandstoffen. Het resultaat is een overzicht en analyse van verschillende aspecten van een aantal veelbelovende biobrandstoffen die nu nog in ontwikkeling zijn: Fischer-Tropsch diesel uit biomassa, bio-ethanol uit houtachtige biomassa, ETBE uit deze bio-ethanol en HTU diesel. In het rapport zijn de verwachte milieuprestaties van deze biobrandstoffen en hun potentieel om broeikasgassen te reduceren in kaart gebracht, net als de kosten en kwaliteit van de brandstoffen, het tijdstip van marktintroductie en de kansen die deze ontwikkelingen zouden kunnen bieden voor de Nederlandse industrie. In lijn met een eerdere studie van CE voor de VNPI, ‘Biomassa, tanken of stoken’, hebben we daarnaast ook de toepassing van biomassa voor deze biobrandstoffen vergeleken met de inzet in de elektriciteitssector.

We concluderen in deze studie dat de onderzochte toekomstige biobrandstoffen duidelijke voordelen hebben in vergelijking met de huidige biobrandstoffen, mits de beoogde ontwikkelingen succesvol verlopen. Ze worden dan goedkoper dan de huidige biobrandstoffen, bovendien reduceren ze twee tot drie maal zoveel broeikasgassen. We verwachten dat grootschalig, commerciële productie binnen 10 jaar mogelijk is. Deze termijn is echter sterk afhankelijk van de inspanning die de komende jaren in onderzoek en ontwikkeling wordt gestoken.

Auteurs

Meer over